Pagina Omgevingsinstellingen beheren
Testomgevingen worden regelmatig bijgewerkt met een laatste kopie van de productieomgeving, zodat de testdata up-to-date blijft. Maar met zo’n kopie van de database worden ook alle omgevingsafhankelijke instellingen gekopieerd. Dit betekent dat in de testomgeving na de kopieslag alle productiegerelateerde instellingen moeten worden gewijzigd, om te voorkomen dat het testen voor corrupte data zorgt in de productieomgeving. Denk aan zaken als documentpaden en endpoints en credentials van koppelingen, maar bijvoorbeeld ook aan de bedrijfsbadge in de bedrijfsgegevens.
Via deze pagina is het mogelijk om de omgevingsinstellingen voor de testomgevingen te beheren in de productieomgeving, om zo na de kopieslag eenvoudig de instellingen voor de betreffende testomgeving bij te werken.
Beheren in productieomgeving, bijwerken in testomgeving
De omgevingsinstellingen worden beheerd in de productieomgeving, omdat deze instellingen ook gekopieerd worden naar de testomgeving.
Het bijwerken van de instellingen kan alleen uitgevoerd worden in een testomgeving.
Op deze pagina kan per database en bedrijf de nieuwe waarde voor een specifiek tabelveld worden ingesteld.
Bekijk ook de video Omgevingsinstellingen beheren t.b.v. kopieslag P# over T#.
Help per veld

De naam van de huidige database kunt u opzoeken op de pagina Mysolution instellingen (gedeeld), veld Naam van de huidige database.

Van belang voor tabellen die niet gedeeld worden, om bijvoorbeeld alleen in een centraal bedrijf of in een factuurbedrijf een bepaalde instelling te wijzigen. Als dit veld niet gevuld wordt, wordt de instelling in alle bedrijven gewijzigd.

In dit veld kunt u een tabel selecteren uit een lijst met tabellen die omgevingsafhankelijke instellingen bevatten.

Bij het invullen van de nieuwe waarde wordt gecontroleerd of dit een toegestane waarde voor het betreffende veld is.
Als de optie Waarde verbergen is aangevinkt, dan is de inhoud van dit veld verplaatst naar een verborgen veld (Isolated Storage), waardoor de inhoud niet meer zichtbaar is in de applicatie. U ziet dan alleen: *****
U kunt de verborgen waarde wijzigen door dit veld opnieuw in te vullen, waarna de inhoud weer wordt verwerkt naar het verborgen veld.

Op deze pagina is allerlei setup gedefinieerd, waaronder endpoints en credentials. Het is niet in alle gevallen gewenst om deze gegevens te tonen (denk aan wachtwoorden). Daarom is het mogelijk om deze optie aan te vinken. De inhoud van het veld Nieuwe waarde wordt dan verplaatst naar een verborgen veld (Isolated Storage), waardoor de inhoud niet meer zichtbaar is in de applicatie. U ziet dan alleen: *****
U kunt de verborgen waarde wijzigen door het veld Nieuwe waarde opnieuw in te vullen, waarna de inhoud weer wordt verwerkt naar het verborgen veld.
Als de optie is aangevinkt en u vinkt deze uit, dan blijft ***** staan. Vult u vervolgens opnieuw het veld Nieuwe waarde in, dan is die invoer wel zichtbaar.
Knoppen op de actiebalk
Via de knoppen op de actiebalk kunt u diverse acties uitvoeren.
![]() |
Records verwerken |
Deze knop is alleen zichtbaar in een testomgeving en niet in de productieomgeving. Via deze knop worden de instellingen voor de huidige testdatabase verwerkt. Als een setuprecord succesvol is verwerkt, wordt het veld Verwerkt aangevinkt. Doet zich een fout voor, dan staat deze in het veld Foutmelding. |
![]() |
Records op verwerkt zetten |
Deze knop is alleen zichtbaar in een testomgeving en niet in de productieomgeving. Via deze knop kunt u in regels van geselecteerde records het veld Verwerkt aan- of uitvinken. |
![]() |
Kopieer instellingen van database | In geval van een nieuwe testdatabase kunnen via deze knop de eerder gedefinieerde instellingen van een bestaande database worden overgenomen. |
![]() |
Anonimiseren testdata |
Deze knop is alleen actief in een testomgeving en niet in de productieomgeving. Via deze knop is het mogelijk om een rapport uit te voeren die privacygevoelige data verwijdert of wijzigt. Zie ook Rapport Anonimiseren testdata. |
Zie ook
Microsoft Learn: Copy a Production or Sandbox Environment in the Admin Center