Pagina Modelleerbare actie
Modelleerbare acties zijn zelf vorm te geven acties waarbij tabeloverschrijdende filters kunnen worden gebruikt. Via een modelleerbare actie (MA) kan een actie worden uitgevoerd, zoals het starten, gereed melden of afbreken van een workflow, het tonen van een (fout)melding, het toepassen van geavanceerde filters op een overzichtspagina
Let op: Modelleerbare acties kunnen een grote impact hebben op de performance van de applicatie. Om dit te voorkomen dienen modelleerbare acties op een zorgvuldige manier te worden ingericht in een testomgeving, en alleen bij een afdoende werking en performance in de datasettest (zie ook Tests) te worden overgeheveld naar de productieomgeving. Modelleerbare acties op een groot aantal records (zoals op alle resources of urenposten) of op drukke processen (zoals het boeken) kunnen de performance sterk beïnvloeden.
Mogelijke acties (veld Actie)
Via een MA kunnen de volgende soorten acties worden uitgevoerd:
Veld Actie | Meer info |
---|---|
Workflow start |
een workflow starten Via een workflowtrigger is het mogelijk om een workflow te starten, maar daarbij kunt u maar 1 tabel gebruiken. Bij een MA kunt u meerdere tabellen gebruiken. Het is via een workflowtrigger wel mogelijk om bijvoorbeeld een workflow te starten als een resource een bepaalde status bereikt, maar niet als dezelfde resource ook een contract moet hebben dat geldig is. |
Workflow gereed melden | een workflowstap gereed melden |
Workflow afbreken | een workflow afbreken |
Melding |
Een melding geven aan een gebruiker |
Foutmelding |
Een blokkerende melding geven |
Overzicht filter |
In een aantal overzichtspagina's is het mogelijk om een MA te kiezen waardoor in het betreffende overzicht de filters worden toegepast die in de MA zijn ingesteld. In de sneltab Tabelactie moet u op de eerste rij de tabel instellen die betrekking heeft op de overzichtspagina waarop u wilt filteren. Omdat een tabel betrekking kan hebben op meerdere overzichtspagina's, moet u vervolgens op de pagina Modelleerbare actie scherm instellingen instellen welke overzichtspagina u wilt gebruiken. |
Functieaanroep | Zie Pagina Modelleerbare actie functieaanroep. |
Rapportaanroep |
Hiermee kan een rapport aangeroepen worden. Stel daartoe in het veld Rapport ID het betreffende rapportnummer in. Als u deze waarde kiest, is het niet mogelijk om een workflow te selecteren. |
Export | Gegevens exporteren naar een CSV-bestand |
Voorbeelden van MA's
- Versturen van urenherinneringen naar resources/contactpersonen (in combinatie met een workflow)
- Foutmeldingen bij het invoeren van gegevens met afhankelijkheid
- Workflowtaak klaarzetten voor medewerkers bij leegloop
- Automatiseren van statusovergang bij einde projectresource
- Documenten automatisch genereren
- Een mail sturen welke documenten bijna vervallen
Opmerking: Modelleerbare acties muteren geen data. Het is wel mogelijk om via een MA een rapport te activeren dat wel data kan aanpassen, of door middel van een statusomzetting vervolgacties laten uitvoeren.
Advies
Trek de nummering van uw modelleerbare acties en workflows gelijk.
Voorbeeld: MA.100.10 is voor WF.100 stap 10 (waarbij MA voor modelleerbare actie en WF voor workflow staat)
Leg in een notitie (in het feitenblok Notities) vast wat de MA en/of workflow moet doen zodat dit voor iedereen die de MA bekijkt duidelijk is. Zie ook Microsoft Learn: Bijlagen, koppelingen en notities op kaarten en in documenten beheren.
Starten van MA's
Een MA kan starten via:
- een trigger in de MA - Een trigger is een uitgevoerde actie. Bijvoorbeeld het omzetten van een status of het vullen van een veld.
- een taakwachtrijpost - In de taakwachtrij kunt u bepaalde taken plannen. Deze stelt u in als taakwachtrijpost. Ze worden dan op een door u gekozen tijdstip automatisch uitgevoerd. U kunt dit bijvoorbeeld wekelijks plannen op dezelfde dag, maar ook eenmalig uitvoeren.
- knop Selectie tonen in een overzichtspagina (bij actie Overzicht filter)
Actie | Starten via |
---|---|
Workflow start | trigger of taakwachtrijpost |
Workflow gereed melden | trigger of taakwachtrijpost |
Workflow afbreken | trigger of taakwachtrijpost |
Melding | trigger |
Foutmelding | trigger |
Overzichtsfilter |
knop Selectie tonen in een overzichtspagina |
Functieaanroep | trigger of taakwachtrijpost |
Rapportaanroep |
trigger of taakwachtrijpost |
Export | taakwachtrijpost |
Trigger instellen
Ga naar de sneltab Tabelactie en stel in de eerste rij de tabel in waarop u de trigger wilt instellen. Zorg dat deze regel is geselecteerd en klik op de actiebalk van de sneltab op de knop Trigger. De pagina Modelleerbare actie triggers opent. Stel op die pagina de gewenste trigger in.
Zie ook Pagina Modelleerbare actie triggers.
Taakwachtrijposten voor MA's
MA's die geen triggeractie bevatten kunt u starten via een taakwachtrijpost (met uitzondering van MA's met actie Overzicht filter). Maak daarvoor een taakwachtrijpost aan met rapport 11096499.
In de rapportaanvraagpagina van de taakwachtrijpost stelt u in welke MA('s) u wilt uitvoeren. Zo kunt u bijvoorbeeld de code van de MA invullen.
Meerdere MA's tegelijk uitvoeren
U kunt per MA een taakwachtrijpost aanmaken, maar het is ook mogelijk om meerdere MA's via 1 taakwachtrijpost uit te voeren. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als u bepaalde MA's dagelijks wilt uitvoeren en andere MA's wekelijks. Dit kan door gebruik te maken van de categorie.
Vul daartoe in alle MA's die u dagelijks wilt uitvoeren de categorie DAGELIJKS in. Vervolgens stelt u in de rapportaanvraagpagina van de taakwachtrijpost in het filterveld Categorie ook de waarde DAGELIJKS in.
Zie ook
Sneltab Actie

Vul een code in voor de MA. De code mag maximaal 20 karakters lang zijn en mag zowel cijfers als letters bevatten. Zie ook Advies.
De code moet uniek zijn. U kunt zoveel codes instellen als u nodig hebt.

Vul een omschrijving in voor de MA. U kunt maximaal 100 tekens gebruiken.

Zie Mogelijke acties (veld Actie). Stel de gewenste actie in dit veld in.

Via dit veld activeert u de MA.
Als dit veld is ingeschakeld, zijn geen wijzigingen mogelijk. Als u de MA dus wilt wijzigen, moet u deze eerst deactiveren.
Om een MA te kunnen activeren moet minimaal 1 regel in de sneltab Tabelactie zijn gevuld. Daarnaast gelden voor de meeste acties nog aanvullende voorwaarden.
Workflowacties
Hebt u een workflowactie geselecteerd, dan kunt u de MA pas activeren als:
- het veld Workflowcode is gevuld
- in de sneltab Tabelactie een regel aanwezig is waarbij in het veld Koppel workflow kaart de waarde Als hoofdkaart is gevuld
Melding en Foutmelding
Hebt u de actie Melding of Foutmelding geselecteerd, dan moet de pagina Modelleerbare actie tekst zijn ingesteld. Zie Pagina Modelleerbare actie tekst.
Functieaanroep
Hebt u de actie Functieaanroep geselecteerd, dan moet de pagina Modelleerbare actie functieaanroep zijn ingesteld. Zie Pagina Modelleerbare actie functieaanroep.
Rapportaanroep
Hebt u de actie Rapportaanroep geselecteerd, dan moet het veld Rapport ID zijn gevuld.
Export
Hebt u de actie Export geselecteerd, dan moet de pagina Modelleerbare exportdefinitieregels zijn gevuld.

Geeft aan of er een trigger is ingesteld om de MA te starten. Zie ook Starten van MA's.

Dit is een tekstveld waarin u in maximaal 20 karakters een vrije tekst kunt opgeven. Het dient ter indeling van de MA's en is naar eigen inzicht te verdelen.
U kunt de categorie bijvoorbeeld gebruiken:
- als filteroptie in taakwachtrijposten, zie Taakwachtrijposten voor MA's
- voor filtering en sortering in het overzicht met MA's

Dit veld is alleen actief als in het veld Actie een van de volgende waarden is geselecteerd:
- Workflow start
- Workflow gereedmelden
- Workflow afbreken
Selecteer de gewenste workflow.
Zie ook Pagina Workflows.

Als het veld Workflowcode is gevuld, kunt u in dit veld een workflowstap selecteren.

Dit veld is alleen actief als in het veld Actie een van de volgende waarden is geselecteerd:
- Workflow start
- Workflow gereedmelden
- Workflow afbreken
- Rapportaanroep
In dit veld stelt u in welk rapport uitgevoerd moet worden. U kunt elk gewenst rapport opgeven. Een MA kan geen data muteren. Het ligt dus voor de hand dat de MA een (maatwerk)rapport uitvoert die deze actie wel kan verrichten.
Sneltab Tabelactie
In deze sneltab stelt u de tabel(len) in die van toepassing zijn voor de modelleerbare actie. Vanuit de sneltab kunt u filters en triggers instellen. Zie ook Sneltab Tabelactie.
Knoppen op de actiebalk
Via de knoppen op de actiebalk kunt u diverse acties uitvoeren. Onderstaand overzicht zal nog verder worden aangevuld.
Navigeren
![]() |
Logboek |
Via deze knop opent u de pagina Modelleerbare actie logboeken. Die pagina toont op welke data en tijdstippen de MA is uitgevoerd, welke medewerker dat heeft gedaan en hoeveel acties zijn geslaagd of mislukt. Zie ook Pagina Modelleerbare actie logboeken. |
Acties
![]() |
Actie tekst |
Deze knop is alleen actief als in het veld Actie is gekozen voor Foutmelding of Melding. Via deze knop kunt u de bijbehorende (fout)melding instellen. Zie ook Pagina Modelleerbare actie tekst. |
|
Functieaanroep |
Deze knop is alleen actief als in het veld Actie is gekozen voor Functieaanroep. Via deze knop kunt u de bijbehorende functie instellen. |
Tests
![]() |
Gedetailleerde test |
Via deze knop kunt u een test uitvoeren voor een specifiek record. U moet het sleutelveld opgeven van de tabel uit de hoogste tabelactieregel. Voorbeeld: In geval van de resourcetabel dient u een resourcenr. op te geven voor de test. In geval van de projecresourcetabel moet u een projectnr., resourcenr. en regelnr. opgeven.
Als u op OK klikt, toont de pagina Modelleerbare acties detail test het resultaat van de test. Zie ook Pagina Modelleerbare acties detail test. |
![]() |
Volledig dataset test |
Via deze knop worden de filters gecontroleerd op alle data, zonder de MA daadwerkelijk uit te voeren. Dit geeft met name inzicht op de effectiviteit en performance van de MA. Zie ook Pagina Modelleerbare actie logboek. |
Acties (2e knop Acties)
Als Acties niet zichtbaar is op de actiebalk, moet u eerst op Meer opties klikken.
![]() |
Exporteer |
Via deze knop kunt u de geselecteerde MA exporteren naar een XML-bestand. Dit is handig als de MA is ingericht en getest in een testomgeving, zodat u niet de hele MA opnieuw hoeft in te richten in de productieomgeving. |
![]() |
Importeer |
Via deze knop kunt u een XML-bestand met een of meer MA's inlezen. Importeert u een al bestaande MA, dan krijgt de keuze om deze wel of niet te overschrijven. Importeert u nog niet bestaande MAs, dan wordt de optie Actief standaard niet ingeschakeld. U krijgt een melding hoeveel nieuwe MA's zijn aangemaakt en hoeveel zijn overschreven. Een geïmporteerde MA wordt niet automatisch op actief gezet, dit moet u handmatig doen. |
Tip: Meer informatie over het navigeren in de gebruikersinterface vindt u in Werken met Business Central. Zie Pagina's en informatie zoeken met Vertel me voor meer informatie over het zoeken naar pagina's, acties en rapporten.
Zie ook
Pagina Modelleerbare tabelactie filters
Automatisch status aanbieding arbeidsomvang omzetten (SETWABOFFERSTATUS)
Automatisch Securce ID Link verzenden
Modelleerbare actie met melding GETNEXTCONTRACTVALIDTO
Modelleerbare actie met melding GETPERIODENDDATE
Modelleerbare actie met functie GETNOOFDAYS