Pagina Projectstatus
Op de pagina Projectstatus richt u een of meer statussen voor projecten in. Hierbij kunt u bepalen hoe de statussen mogen worden gewijzigd en door wie.
Voorbeeld: Stel dat u (onder meer) de volgende statussen hebt: Nieuw, Actief en Historie. U zou bijvoorbeeld kunnen instellen dat iedereen de status Nieuw mag omzetten naar Actief, maar dat alleen medewerkers van de administratie de status mogen omzetten van Actief naar Historie. U zou ook kunnen instellen dat de status Actief alleen kan worden omgezet als bepaalde velden op de contactkaart zijn ingevuld en/of als een bepaald bestand aanwezig is.
Help per veld
Per status kunt u de volgende velden invullen:
Label | Toelichting |
Code |
Vul een code in voor de status. Dit kan een combinatie van letters en cijfers zijn. De code mag niet al voorkomen op deze pagina. Het is aan te raden om met een nummering van tientallen (of honderdtallen) te werken, zodat u op een later moment eenvoudig statussen kunt tussenvoegen. |
Omschrijving | Vul een omschrijving in voor de status. |
Volgend statusfilter | In dit veld stelt u in naar welke volgende status(sen) het project kan worden omgezet. Zie ook Veld Volgend statusfilter. |
Vorig statusfilter | In dit veld stelt u in naar welke vorige status(sen) het project kan worden omgezet. Zie ook Veld Vorig statusfilter. |
Wijzigen toegestaan |
Vink de optie Wijzigen toegestaan aan als projecten met deze status gewijzigd mogen worden. In projecten met een status waarin deze optie niet is aangevinkt, kunt u geen wijzigingen aanbrengen in de sneltabs Algemeen en Administratief. Als de velden Volgend statusfilter of Vorig statusfilter zijn gevuld (beide of een van beide), kunt u wel de status wijzigen. |
Historie |
De optie Historie maakt het mogelijk om in overzichten te kunnen filteren op actuele of historische projecten. Deze optie aanvinken kan alleen als de optie Urenverwerking toegestaan niet is aangevinkt. Of een project met een status waarin deze optie is aangevinkt wel of niet kan worden gewijzigd, wordt bepaald door de statusoptie Wijzigen toegestaan.
Filter actuele projectenBij het openen van een contact-, contactpersoon- of klantenkaart is in de sneltab Projecten standaard het filter Actuele projecten ingesteld. Dat is ook het geval als u vanuit een contact, contactpersoon of klant via de knop Projecten de pagina Projecten opent. Projecten met een einddatum voor vandaag en projecten met een status waarin de optie Historie is aangevinkt, zijn dan niet zichtbaar. Om het filter op te heffen, klikt u op Alle projecten of op Filter wissen.
ProjectresourcewizardAls u in de projectresourcewizard de optie Bestaand project kiest, opent een pagina met projecten. Projecten die een status hebben waarin de optie Historie is aangevinkt staan niet in deze lijst. Zie ook Projectresourcewizard.
InkoopfactuurregelsIn inkoopfactuurregels is het niet mogelijk om in het veld Projectnr. projecten te koppelen die een status hebben waarin de optie Historie is aangevinkt.
Portalpagina AutorisatiesProjecten met een status waarin de optie Historie is aangevinkt worden[vanaf release 24.01.0900] niet getoond op de autorisatiepagina op de klantportal. Zie ook Autorisatiebeheer: urenaccordeurs op de portal beheren. |
Urenverwerking toegestaan |
Als een project een status heeft waarin deze optie is aangevinkt, is het mogelijk om in urenstaten urenregels aan te maken voor het project. Zowel de klant en de projectresource moeten dan ook een status hebben waarin de optie Urenverwerking toegestaan is aangevinkt. Heeft of krijgt een project een status waarin Urenverwerking toegestaan niet is aangevinkt, dan is het niet mogelijk om urenregels voor het project aan te maken. Het is dan wel mogelijk om al bestaande urenregels voor het project te wijzigen en te boeken. Zie ook Urenverwerking toegestaan. |
Evaluatie interactiesjabloon |
Wilt u dat bij het bereiken van de status automatisch een evaluatievragenlijst wordt getriggerd, koppel dan een interactiesjabloon. Evaluatievragenlijsten worden opgeslagen en aangemaakt via een interactie. Zie ook Evaluatie interactiesjabloon. |
Redencode instelling |
Wilt u dat bij het bereiken van de status wordt aangegeven waarom de status is bereikt, dan kunt u in dit veld instellen dat een reden optioneel of verplicht is. Vervolgens stelt u via de knop Redencodes een of meerdere redenen in. Wanneer een gebruiker een status selecteert waarin de waarde Optioneel of Verplicht is ingesteld, opent een pagina waarin de gebruiker een van die ingestelde redenen kan selecteren. Zie ook Redencode instelling. |
Status stijl |
U kunt kiezen uit een aantal kleuren en stijlen (bijvoorbeeld vet of cursief) waarin de status moet worden weergegeven. |
Facturatie afwachten |
Het is mogelijk om een project een status te geven waarin geen facturen gegenereerd zullen worden. Dit geldt zowel voor urenfacturatie, als facturatie van termijnen en verplichtingen. Maakt u gebruik van een centraal bedrijf, stel deze optie dan in het centrale bedrijf in. In sommige gevallen moeten wel facturabele uren geschreven kunnen worden op een klantproject, maar mag er nog niet gefactureerd worden. Dit doet zich bijvoorbeeld voor als de opdracht/offerte nog niet getekend retour is. In dat geval kunt u het project een status geven waarin de opties Urenverwerking toegestaan en Facturatie afwachten zijn aangevinkt. Als een project een status heeft waarin de optie Facturatie afwachten wel is aangevinkt en een WBS van dit project heeft een status waarin de optie Facturatie afwachten niet is aangevinkt, dan wordt het hele project niet meegenomen in de facturatie. Heeft het project een status waarin de optie Facturatie afwachten niet is aangevinkt en een WBS van dit project heeft een status waarin deze optie wel is aangevinkt, dan wordt alleen de betreffende WBS uitgesloten van facturatie. Deze instelling is niet van toepassing op interne verkoopfacturatie in geval van inleen/doorleen, deze urenposten kunnen altijd intern gefactureerd worden. Het maken van een creditfactuur voor een reeds geboekte factuur blijft mogelijk. Het is echter niet meer mogelijk om 'teruggedraaide' urenposten opnieuw te factureren zolang het project/de WBS de status Facturatie afwachten heeft. |
Initiële status
Bij het aanmaken krijgt het project de status die is ingesteld op de pagina Statusinstellingen, veld Project.
Knoppen op de actiebalk
Via de knoppen op de actiebalk kunt u diverse acties uitvoeren. Onderstaand overzicht zal nog verder worden aangevuld.
Navigeren
![]() |
Documenten |
Aan een status kunt u een of meer documentsjablonen koppelen. Hierbij kunt u kiezen of een document moet worden aangemaakt of gecontroleerd. Klik op deze knop om dit in te stellen of aan te passen. Zie Documenten per status. |
![]() |
Verplichte dimensies | Aan een status kunt u verplichte dimensies koppelen. Klik op deze knop om deze in te stellen of aan te passen. Zie Verplichte statusdimensies. |
![]() |
Verplichte velden |
Aan een status kunt u verplichte velden koppelen. Klik op deze knop om deze in te stellen of aan te passen. Zie Status verplichte velden. |
![]() |
E-mailsjablonen |
Aan een status kunt u een of meer e-mailsjablonen koppelen. Klik op deze knop om deze in te stellen of aan te passen. Het is afhankelijk van de instellingen in het e-mailsjabloon hoe de e-mail wordt aangemaakt. Zie Status e-mailsjablonen. |
![]() |
Rollen | Het is mogelijk om in te stellen dat alleen medewerkers met een bepaalde rol een status mogen omzetten en/of gegevens mogen wijzigen. Klik op deze knop om deze rollen en de gewenste autorisatie in te stellen of te wijzigen. Zie Statusautorisatie. |
![]() |
Vertaling |
Via deze knop kunt u per status vertalingen toevoegen en beheren, die bijvoorbeeld getoond kunnen worden op de portal(s). Belangrijk: Om statussen te kunnen vertalen op de portals, moet u in de registratieset het statusveld (voor statuscodes) opnemen en niet het veld voor de statusomschrijving.
Als u een status selecteert en op de actiebalk op de knop Vertaling klikt, kunt u een of meer vertalingen voor die status vastleggen. In de eerste regel is automatisch de sleutel voor de status in het veld Sleutel ingevuld, namelijk 'Status_' met daarachter een cijfer, gevolgd door '_' en de statuscode. Voor bijvoorbeeld statuscode P20 is de sleutel 'Status_2_P20'. Zie ook Vertalingen. Opmerking: Welke talen op de portal kunnen worden gekozen is afhankelijk van de talen waarvoor een of meer vertaalregels aanwezig zijn in de vertaaltabel (de pagina Vertalingen) en van de ingestelde talen bij Languages in het veld Instellingwaarde in de sneltab Portaalinstellingen in het portaldomein. Zie ook Languages.
|
![]() |
Redencodes | Wilt u dat bij het bereiken van een bepaalde status wordt aangegeven waarom de status is bereikt, dan kunt u in het veld Redencode instelling van die status instellen dat een reden optioneel of verplicht is en vervolgens via deze knop een of meerdere redenen instellen. Wanneer een gebruiker een status selecteert waarin de waarde Optioneel of Verplicht is ingesteld, opent een pagina waarin de gebruiker een van die ingestelde redenen kan selecteren. Zie ook Redencode instelling. |
Tip: Meer informatie over het navigeren in de gebruikersinterface vindt u in Werken met Business Central. Zie Pagina's en informatie zoeken met Vertel me voor meer informatie over het zoeken naar pagina's, acties en rapporten.
Zie ook