Pagina Contactsegment
Een contactsegment is een verzameling van contacten. Deze stelt u samen op basis van matchkenmerken.
Voorbeeld: U kunt bijvoorbeeld een segment maken van alle contacten in de branche ‘Bouw'.
Een contactpersoon kan deel uitmaken van meerdere segmenten.
Sneltabs
Standaard bevat de kaart 2 sneltabs: Algemeen en Contacten. Daarnaast kunt u, als u daar rechten voor hebt, nog de volgende sneltabs toevoegen: Documenten en Resources. De informatie in deze sneltabs kunt u echter ook opvragen in aparte pagina's via de knoppen op de actiebalk.
Opmerking: Als een sneltab met regels (zoals Interacties of Documenten) veel regels bevat, kunt u overschakelen naar de focusmodus. De focusmodus toont alleen de regels. Klik daarvoor in de rechterbovenhoek van de sneltab op . Of klik ergens in de sneltab en druk vervolgens op Ctrl+Shift+F12. Zie ook Microsoft Learn: Focussen op regelartikelen. Om terug te gaan naar de gewone weergave klikt u op
. Of druk (nogmaals) op Ctrl+Shift+F12.
Sneltab Algemeen

Toont het nummer van het contactsegment. Als een nummerreeks voor contactsegmenten is ingesteld (in het veld Contact Segmentnrs. op de pagina Flex nr.-reeks instellingen), krijgt elk nieuw contactsegment automatisch het volgende nummer uit de reeks toegekend. Zie ook Pagina FLEX nr.-reeks instellingen.

Geef een duidelijke omschrijving van het segment.

Toont de datum waarop het segment is aangemaakt.

Vul hier de segmentselectiecode in. Dit gebruikt u wanneer u naast de kenmerken aanvullende selecties nodig hebt voor het samenstellen van uw segment.
De segmentselectiecodes kunt u aanmaken op de pagina Segmentselectie, als u daar rechten voor hebt.

Toont de parameters van de gekozen segmentselectie.

Dit veld maakt het mogelijk om te matchen op afstand. Zo kunt u bijvoorbeeld in een contactsegment een overzicht opvragen van alle bedrijven die binnen 10 kilometer van een bepaalde postcode gevestigd zijn.
De berekening gaat uit van de afstand tussen de postcode in dit veld en de postcode van het contact. De afstandsberekening maakt gebruik van de tabel Postcode afstand die de afstand tussen alle 4-cijferige postcodes bevat. Daarvoor moet wel een postcodetabel zijn aangeschaft en geïmporteerd in MSF.
Matchen op afstand
Matchen op afstand werkt als volgt:
- Selecteer of vul in het veld Postcode de gewenste postcode.
- Klik op de actiebalk van contactsegementen onder Registreren op Kenmerken. De pagina Segmentkenmerken opent.
- Selecteer in het veld Kenmerk het kenmerk voor afstand.
Let op: Het kan zijn in uw systeem niet de term Afstand maar een andere kenmerknaam wordt gebruikt. MSF gaat uit van het kenmerk dat is ingesteld op de pagina Kenmerkinstellingen, sneltab Systeemkenmerken, veld Afstand kenmerk.
-
Vul bij Waarde de gewenste afstand in (aantal kilometers).
-
Selecteer de juiste optie bij Waardebereik. Bijvoorbeeld Kleiner of gelijk aan. Zie ook Pagina Segmentkenmerken.
-
Stel desgewenst nog meerdere matchkenmerken in en klik op OK.
-
Klik op de actiebalk onder Acties op Match. De contacten die voldoen aan de ingestelde kenmerken, komen in de sneltab Contacten te staan. U krijgt een melding over het aantal matches. De kolom Afstand toont het aantal kilometers tussen de woonplaats van het contact en de ingestelde postcode.
Zie ook

Toont het aantal contactbedrijven in de sneltab Contacten.

Toont het aantal ingestelde kenmerken. Zie ook Pagina Segmentkenmerken.

Vul, indien van toepassing, de vestiging in waarvoor dit segment is gemaakt.

Toont de code van de medewerker die het segment heeft aangemaakt.

Toont de datum en het tijdstip waarop de laatste match voor dit segment is uitgevoerd.

Dit veld wordt automatisch ingeschakeld als het contactsegment een status krijgt waarin de optie Historie is aangevinkt.
Zie ook Pagina Contactsegmentstatus.

Het veld Status toont de status van het contactsegment.
Bij het aanmaken van een contactsegment krijgt het record de initiële status die is ingesteld op de pagina Statusinstellingen , veld Contactsegment.
Afhankelijk van de instellingen voor uw bedrijf kunt u zelf een andere status kiezen. Welke status(sen) u daarbij kunt kiezen, is afhankelijk van de inrichting op de pagina Contactsegmentstatus.
Het is mogelijk om terug te gaan naar een vorige status. Welke status(sen) u daarbij kunt kiezen, is ook afhankelijk van de instellingen op de pagina Contactsegmentstatus.
U kunt een volgende status kiezen door op de actiebalk onder Status op te knop Volgende status te klikken. Als een of meer volgende statussen zijn ingesteld, opent een pagina met de mogelijke statusoptie(s). Via de knop
Vorige status kiest u een vorige status. U kunt ook op de waarde van het veld Status klikken als u de status wilt wijzigen. In dat geval toont de pagina zowel alle volgende als vorige statusopties die u vanuit de huidige status kunt kiezen.
Zie ook Pagina Contactsegmentstatus.
Verplichte velden
Het is mogelijk om in te richten dat voor een status bepaalde velden verplicht zijn of dat bepaalde documenten gekoppeld moeten zijn. In dat geval kunt u de status pas omzetten als die gegevens gevuld zijn.
Knoppen op de actiebalk
Via de knoppen op de actiebalk kunt u diverse acties uitvoeren. Onderstaand overzicht zal nog verder worden aangevuld. Knoppen die meerdere keren voorkomen, staan maar 1 keer vermeld.
Als een knop uit onderstaande lijst niet op uw actiebalk staat, kan het zijn dat deze standaard niet zichtbaar is, dat u aanpassingen hebt aangebracht op de actiebalk of dat u er geen rechten voor hebt. Zie ook Microsoft Learn: Uw werkruimte personaliseren.
Acties
Sneltoets: Ctrl+Shift+F9 |
Vorige status |
Via deze knop kunt u een vorige status kiezen. Welke status u daarbij kunt kiezen, is afhankelijk van de instellingen op de pagina Contactsegmentstatus. Zie Pagina Contactsegmentstatus. |
Sneltoets: Ctrl+F9 |
Volgende status |
Via deze knop kunt u een volgende status kiezen. Welke status u daarbij kunt kiezen, is afhankelijk van de instellingen op de pagina Contactsegmentstatus. Zie Pagina Contactsegmentstatus. |
![]() |
Match |
Als u de gewenste matchkenmerken hebt ingesteld (via de knop Kenmerken), voert u de matching uit via deze knop. De contacten/contactpersonen die voldoen aan de matchingkenmerken komen in de sneltab Contacten te staan. Dit zijn alleen contacten/contactpersonen die een status hebben waarin de optie Matchbaar is aangevinkt. Let op: Iedere keer dat u een matching uitvoert, wordt het segment opnieuw samengesteld en wordt het vorige segment overschreven. Eventueel handmatig toegevoegde of verwijderde contacten worden daarmee dus vervangen.
Als het contactsegment een niet wijzigbare status heeft (d.w.z. als in de status de optie Wijzigen toegestaan niet is aangevinkt), dan is deze knop niet actief. |
![]() |
Interactie aanmaken | ia deze pagina kunt u een interactie aanmaken voor de contacten die aan het segment gekoppeld zijn. Zie ook Pagina Interactie aanmaken voor segment. |
![]() |
Exporteer contacten naar Excel | Via deze knop exporteert u de lijst met contacten die aan het contactsegment zijn gekoppeld. |
Communicatie
![]() |
Sms contacten |
Via deze knop opent u de pagina SMS, waarin u een sms-bericht kunt invoeren. Deze verstuurt u naar de contactpersonen die in de sneltab Contacten zijn geselecteerd en bij wie een mobiel telefoonnummer is ingevuld. Zie ook Sms. Om een sms'je te kunnen versturen, moeten de sms-instellingen op de pagina E-mail, SMS en WhatsApp-instellingen correct zijn ingericht. Zie Pagina E-mail, SMS en WhatsApp-instellingen. |
Registratie
![]() |
Kenmerken | Via deze knop stelt u een of meerdere kenmerken in waarop u wilt matchen. Zie Segmentkenmerken. Als het contactsegment een niet wijzigbare status heeft (d.w.z. als in de status de optie Wijzigen toegestaan niet is aangevinkt), dan kunt u de pagina Segmentkenmerken wel openen, maar u kunt geen kenmerken toevoegen, wijzigen of verwijderen. Zie ook Contactsegmentstatus. |
![]() |
Documenten | Via deze knop opent u een pagina met de documenten die aan het contactsegment zijn gekoppeld. Zie ook Documenten. |
![]() |
Resources | Via deze knop opent u een pagina met de resources die aan het segment zijn gekoppeld. |
![]() |
Statuswijzigingen | Via deze knop opent u de pagina Statuswijzigingen. Daarin ziet u op welke data/tijdstippen de status door welke gebruikers gewijzigd is. Zie ook Pagina Statuswijzigingen. |
Tip: Meer informatie over het navigeren in de gebruikersinterface vindt u in Werken met Business Central. Zie Pagina's en informatie zoeken met Vertel me voor meer informatie over het zoeken naar pagina's, acties en rapporten.
Zie ook