Pagina Inhoud per taal
Als u een document voor meerdere talen wilt genereren, kunt u:
- per taal een documentsjabloon aanmaken. Bij gebruik van meerdere talen kan dat leiden tot een lange lijst met documentsjablonen waaruit gekozen moest worden, of
- voor een documentsjabloon op deze pagina regels met de gewenste (ontvanger)taal instellen en aangeven welke rapportlay-out per taal gebruikt moet worden. Dat maakt het beheer en de keuze in documentsjablonen gemakkelijker.
Let op: Documentsjablonen voor projectresources en auto's/fietsen kunnen worden aangemaakt voor resources of voor contactpersonen. Daarom moet u in het veld Gebruik taal van instellen of moet worden uitgegaan van de taal van de resource of van de contactpersoon. Het veld Gebruik taal van staat in de sneltab Algemeen van de documentsjabloonkaart en in de lijst met documentsjablonen.
Belangrijk: Zorg dat er altijd een regel is waarin de optie Gebruik bij geen taalmatch is aangevinkt. Is deze optie in geen enkele regel aangevinkt, dan kan alleen een bestand geüpload worden en wordt geen document gegenereerd bij gebruik van dit documentsjabloon.
Naast de rapportlay-out kunt u op deze pagina ook per taal instellen welke bestandsnaam gebruikt moet worden.
Pagina openen
U kunt deze pagina openen via de knop Inhoud per taal (onder Start) van de pagina:
- Documentsjablonen
- Documentsjabloonkaart
- Interactiesjablonen (Mysolution)
Help per veld

Wilt u het documentsjabloon voor meerdere talen inrichten, voeg dan per taal een regel toe en stel per regel de betreffende taalcode in het veld Taal ontvanger in. Deze taalcode heeft betrekking op de taalcode van de resource of de contactpersoon voor wie het document wordt gegenereerd.
Let op: Documentsjablonen voor projectresources en auto's/fietsen kunnen worden aangemaakt voor resources of contactpersonen. Daarom moet u in het veld Gebruik taal van (in de sneltab Algemeen van de documentsjabloonkaart of in de lijst met documentsjablonen) instellen of de taal van de resource of van de contactpersoon gebruikt moet worden.
Bepaling welke rapportlay-out wordt gebruikt
Bij het genereren van een document voor een resource/contact met een specifieke taalcode, wordt als volgt bepaald welke rapportlay-out gebruikt moet worden:
- Is er een regel aanwezig met in het veld Taal ontvanger dezelfde taalcode als de taalcode van de resource/het contact (en is er ook een regel waarin Gebruik bij geen taalmatch is aangevinkt), dan wordt de rapportlay-out gebruikt die in deze regel is ingesteld.
- Is er geen regel met de taalcode van de resource/het contact aanwezig, dan wordt de rapportlay-out gebruikt uit de regel waarin de optie Gebruik bij geen taalmatch is aangevinkt.
- Is er geen regel met de optie Gebruik bij geen taalmatch, dan kan alleen een bestand geüpload worden en wordt geen document gegenereerd bij gebruik van dit documentsjabloon.
Belangrijk: Zorg dus dat er altijd een regel is waarin de optie Gebruik bij geen taalmatch is aangevinkt.

Het is mogelijk om een documentsjabloon voor verschillende talen in te richten. Mocht het voorkomen dat een document wordt gegenereerd voor een resource of contact met een specifieke taalcode waarvoor geen regel is ingesteld in het documentsjabloon, dan bepaalt u via deze optie welke taal en rapportlay-out dan gebruikt moet worden. U kunt deze optie in 1 regel aanvinken.
Bepaling welke rapportlay-out wordt gebruikt
Bij het genereren van een document voor een resource/contact met een specifieke taalcode, wordt als volgt bepaald welke rapportlay-out gebruikt moet worden:
- Is er een regel aanwezig met in het veld Taal ontvanger dezelfde taalcode als de taalcode van de resource/het contact (en is er ook een regel waarin Gebruik bij geen taalmatch is aangevinkt), dan wordt de rapportlay-out gebruikt die in deze regel is ingesteld.
- Is er geen regel met de taalcode van de resource/het contact aanwezig, dan wordt de rapportlay-out gebruikt uit de regel waarin de optie Gebruik bij geen taalmatch is aangevinkt.
- Is er geen regel met de optie Gebruik bij geen taalmatch, dan kan alleen een bestand geüpload worden en wordt geen document gegenereerd bij gebruik van dit documentsjabloon.
Belangrijk: Zorg dus dat er altijd een regel is waarin de optie Gebruik bij geen taalmatch is aangevinkt.

In documentsjablonen om documenten te genereren met gegevens uit MSF is het mogelijk om bepaalde gegevens te vertalen. In documentsjablonen voor te genereren Word-documenten op basis van aangepaste rapportlay-outs (Word-lay-outs) kunt u voor sommige velden vertalingen instellen op de pagina Vertalingen. Voor voorbeelden zie Word-lay-out voor documentsjablonen: toelichting op velden. Om de juiste vertaling toe te kunnen passen, moet u de taalcode instellen in dit veld. Zie ook Vertalingen.
Daarnaast is de taalcode van belang voor de weergave van bepaalde datumvelden, de aanhef en waarden uit velden zoals Geslacht.
Vult u bij Taal ontvanger een taalcode in en is in dit veld nog niets ingevuld, dan wordt de taalcode in het veld Taal ontvanger automatisch in dit veld overgenomen.
Zie ook
Veld Aanhefcode (resource)
Veld Aanhefcode (contactpersoon)

Als u Word-documenten wilt genereren met gegevens uit MSF en in het veld Document rapport een rapportnummer op basis van aangepaste rapportlay-outs invult, dan selecteert u bij Aangepast rapportlay-outnr. het nummer van de gewenste rapportlay-out.
Zie voor documentsjablonen Veld Document rapport, voor interactiesjablonen Veld Document rapport.
Per taalcode in het veld Taal ontvangertaal kunt u een andere rapportlay-out instellen.
Is er nog geen rapportlay-out aanwezig, (vul dan eerst een veld en) klik dan op de actiebalk op de knop Rapportlay-outs. Vanuit de pagina Aangepaste rapportlay-outs kunt u een kopie van de ingebouwde of een al bestaande lay-out maken.
Rapportlay-out bewerken
Om een rapportlay-out te bewerken, moet u deze exporteren, aanpassen in Word en vervolgens importeren. In Word voert u de gewenste tekst en opmaak in. Op de plekken waar u gegevens uit MSF wilt opnemen, plaatst u een veld. Deze selecteert u vanuit het Word-document. Zie Een Word-lay-out voor documentsjablonen toevoegen en aanpassen.
Naam aangepaste rapportlay-out
Als u een rapportlay-outnummer invult of selecteert, komt de naam van het aangepaste rapportlay-out in het veld Aangepaste rapportlay-outnaam te staan.
Zie ook
Microsoft Learn: Aan de slag met het maken van rapportlay-outs
Microsoft Learn: Overzicht van lay-outs van rapporten en documenten beheren

Als u in het veld Aangepast rapportlay-outnr. het nummer van een rapportlay-out invult of selecteert, komt de naam van het aangepaste rapportlay-out in het veld Aangepaste rapportlay-outnaam te staan. Deze naam stelt u op de pagina Aangepaste rapportlay-outs in. Deze pagina opent u door op de actiebalk op de knop Rapportlay-outs te klikken.
Zie ook

Via dit veld kunt u de bestandsnaam van te koppelen of te genereren documenten bepalen. U kunt direct een naam invoeren of de naam samenstellen uit verschillende parameters die u definieert in de velden Veld 1, Veld 2, Veld 3, Veld 4, Veld 5 en Veld 6. Gebruik %1 om de locatie van de inhoud van het veld Veld 1 in de bestandsnaam aan te geven, %2 voor de inhoud van het veld Veld 2, enz.
Voorbeeld: Als u een documentsjabloon voor resources maakt, in het veld Bestandsnaam '%1' invult en bij Veld 1 het veld Resourcenr. selecteert, dan zal de bestandsnaam uit het resourcenummer bestaan. Vult u in het veld Bestandsnaam 'Resource_%1_%2' in en selecteert u bij Veld 2 het veld Datum, dan wordt de bestandsnaam opgebouwd als 'Resource_[Resourcenr.]_[Datum]'. Bijvoorbeeld 'Resource_10224_05-09-2014'.
Opmerking: Als bij het genereren van een Word- of pdf-bestand bij de opbouw in de bestandsnaam een komma voorkomt (bijvoorbeeld in een bedrijfsnaam), dan wordt deze komma in de bestandsnaam automatisch omgezet naar een underscore (_).
Veld Bestandsnaam leeg laten
Vul het veld Bestandsnaam niet in als u de standaardbestandsnaam wilt gebruiken. Bij een te koppelen document is dat de originele bestandsnaam. Voor te genereren documenten is dat de inhoud in het veld Omschrijving van de documentregel.
Als het veld Bestandsnaam leeg is en er is een Word-document gegenereerd, dan is het mogelijk om de bestandsnaam handmatig te wijzigen nadat het document is gekoppeld/gegenereerd. Is het veld Bestandsnaam niet leeg, dan is dat niet mogelijk.
Zie ook

Vul het veld Veld 1 als u de inhoud van dit veld wilt gebruiken voor de opbouw van de bestandsnaam. U gebruikt de inhoud van dit veld door %1 in te voeren bij de samenstelling van de bestandsnaam in het veld Bestandsnaam.

Als u in het veld Veld 1 een veldnummer invult of selecteert, verschijnt de naam van dit veld in het veld Veldnaam 1.

Vul het veld Veld 2 als u de inhoud van dit veld wilt gebruiken voor de opbouw van de bestandsnaam. U gebruikt de inhoud van dit veld door %2 in te voeren bij de samenstelling van de bestandsnaam in het veld Bestandsnaam.
Klik op het pijltje achter het veld en zoek en selecteer het gewenste veld.

Als u in het veld Veld 2 een veldnummer invult of selecteert, verschijnt de naam van dit veld in het veld Veldnaam 2.

Vul het veld Veld 3 als u de inhoud van dit veld wilt gebruiken voor de opbouw van de bestandsnaam. U gebruikt de inhoud van dit veld door %3 in te voeren bij de samenstelling van de bestandsnaam in het veld Bestandsnaam.

Als u in het veld Veld 3 een veldnummer invult of selecteert, verschijnt de naam van dit veld in het veld Veldnaam 3.

Vul het veld Veld 4 als u de inhoud van dit veld wilt gebruiken voor de opbouw van de bestandsnaam. U gebruikt de inhoud van dit veld door %4 in te voeren bij de samenstelling van de bestandsnaam in het veld Bestandsnaam.

Als u in het veld Veld 4 een veldnummer invult of selecteert, verschijnt de naam van dit veld in het veld Veldnaam 4.

Vul het veld Veld 5 als u de inhoud van dit veld wilt gebruiken voor de opbouw van de bestandsnaam. U gebruikt de inhoud van dit veld door %5 in te voeren bij de samenstelling van de bestandsnaam in het veld Bestandsnaam.

Als u in het veld Veld 5 een veldnummer invult of selecteert, verschijnt de naam van dit veld in het veld Veldnaam 5.

Vul het veld Veld 6 als u de inhoud van dit veld wilt gebruiken voor de opbouw van de bestandsnaam. U gebruikt de inhoud van dit veld door %6 in te voeren bij de samenstelling van de bestandsnaam in het veld Bestandsnaam.

Als u in het veld Veld 6 een veldnummer invult of selecteert, verschijnt de naam van dit veld in het veld Veldnaam 6.
Knoppen op de actiebalk
![]() |
Rapportlay-outs |
Als u in het veld Document rapport van het documentsjabloon een rapportnummer invult, moet u in het veld Aangepast rapportlay-outnr. een rapportlay-out selecteren. Deze rapportlay-outs kunt u aanmaken en aanpassen vanuit de pagina Aangepaste rapportlay-outs. Klik op deze knop om deze pagina te openen. Zie voor documentsjablonen Veld Document rapport, voor interactiesjablonen Veld Document rapport. Zie ookWord-lay-outs: een aangepast rapportlay-out toevoegen en aanpassen |
Zie ook
Pagina Interactiesjablonen (Mysolution)