Pagina Projectresourcestatus
Op de pagina Projectresourcestatus richt u een of meer statussen voor projectresources in. Hierbij kunt u bepalen hoe de statussen mogen worden gewijzigd en door wie.
Voorbeeld: Stel dat u de volgende statussen hebt: Nieuw, Actief en 'Niet meer actief'. U zou bijvoorbeeld kunnen instellen dat iedereen de status Nieuw mag omzetten naar Actief, maar dat alleen medewerkers van de administratie de status mogen omzetten van Actief naar 'Niet meer actief'. U zou ook kunnen instellen dat de status Actief alleen kan worden omgezet als bepaalde velden op de projectresourcekaart zijn ingevuld en/of als een bepaald bestand aanwezig is.
Help per veld
Per status kunt u de volgende velden invullen:
Label | Toelichting |
Code |
Vul een code in voor de status. Dit kan een combinatie van letters en cijfers zijn. De code mag niet al voorkomen op deze pagina. Het is aan te raden om met een nummering van tientallen (of honderdtallen) te werken, zodat u op een later moment eenvoudig statussen kunt tussenvoegen. |
Omschrijving | Vul een omschrijving in voor de status. |
Volgend statusfilter | In dit veld stelt u in naar welke volgende status(sen) de projectresource kan worden omgezet. Zie ook Volgend statusfilter. |
Vorig statusfilter | In dit veld stelt u in naar welke vorige status(sen) de projectresource kan worden omgezet. Zie ook Vorig statusfilter. |
Urenverwerking toegestaan |
Vink deze optie aan als voor projectresources met deze status uren mogen worden aangemaakt, ingevoerd en geboekt. Opmerking: Om urenregels te kunnen aanmaken in urenstaten, moeten het project en de klant ook een status hebben waarin de optie Urenverwerking toegestaan is aangevinkt. Om uren te kunnen invoeren in urenstaten, moet de klant ook een status hebben waarin de optie Urenverwerking toegestaan is aangevinkt.
Zie ook Urenverwerking toegestaan. |
Check minimumloon |
Wanneer in een werksoort de minimumlooncheck is ingesteld en het opgegeven/berekende loon voor die werksoort op de projectresourcekaart is lager dan het minimumloon, dan wordt automatisch het minimumloon toegepast. In dat geval is in de sneltab Berekende werksoorten bij de werksoort de optie Minimumloon aangevinkt en in het veld Loon is het minimumloon ingevuld (op basis van de leeftijd van de resource en het aantal uren per week). Als u een status kiest waarin de optie Check minimumloon is aangevinkt, krijgt u een melding op welke werksoorten het minimumloon is toegepast. Zie ook Minimumlooncheck per werksoort op de projectresource. |
Check contract |
Het is mogelijk om een resource op een project te plaatsen (en dus een projectresource aan te maken en te activeren) terwijl de resource op dat moment nog geen actief contract heeft voor de bedrijfseenheid die voor de projectresource is geselecteerd. Bij het boeken van uren vindt sowieso een controle plaats of de resource een actief contract heeft. Wilt u echter al eerder een controle of de resource wel een actief contract heeft, dan kunt u op de pagina Projectresourcestatus de optie Check contract bij een of meer statussen aanvinken. Als u een status kiest waarin de optie Check contract is aangevinkt, vindt een controle plaats of:
Zie ook |
Controleer verplichte documenten per nationaliteit en functie |
Het is mogelijk om in te stellen dat bij het bereiken van de status een controle plaatsvindt:
Deze controle kunt u instellen afhankelijk van de contractsoort. Zie ook Controleer verplichte documenten. |
Check loon/tarief |
Het is mogelijk om in te richten dat bij het omzetten van een projectresourcestatus een controle plaatsvindt of er wel een loon en tarief aanwezig is op een werksoort. Daarvoor moeten op de werksoort de velden Loon verplicht voor projectresource en Tarief verplicht voor projectresource zijn ingesteld. Op de projectresourcestatus moet u de optie Check loon/tarief aanvinken. Deze controle geldt alleen voor werksoorten:
Blokkerende melding of waarschuwing per werksoort Bij het selecteren van een projectresourcestatus waarin de optie Check loon/tarief is ingesteld, volgt (indien van toepassing) per werksoort een blokkerende melding of waarschuwing. Zijn er meerdere werksoorten waarop wordt gecontroleerd, dan kunt u dus meerdere meldingen over ontbrekend loon/tarief krijgen. Het is niet zo dat eerst de blokkerende meldingen volgen en daarna de waarschuwingen, de volgorde is willekeurig.
Zie ook Veld Loon verplicht voor projectresource |
Check inlenersbeloning |
Als u de optie Check inlenersbeloning aanvinkt, vindt bij het omzetten naar de status een controle plaats of het loon op de projectresourcekaart minimaal gelijk is aan de inlenersbeloning. Dit geldt alleen voor het loon op de werksoort die in de tarieveninstellingen als Werksoort 100% is ingesteld. Zie ook Check inlenersbeloning. |
Evaluatie interactiesjabloon |
Wilt u dat bij het bereiken van de status automatisch een evaluatievragenlijst wordt getriggerd, koppel dan een interactiesjabloon. Evaluatievragenlijsten worden opgeslagen en aangemaakt via een interactie. Zie ook Evaluatie interactiesjabloon. |
Redencode instelling |
Wilt u dat bij het bereiken van de status wordt aangegeven waarom de status is bereikt, dan kunt u in dit veld instellen dat een reden optioneel of verplicht is. Vervolgens stelt u via de knop Redencodes een of meerdere redenen in. Wanneer een gebruiker een status selecteert waarin de waarde Optioneel of Verplicht is ingesteld, opent een pagina waarin de gebruiker een van die ingestelde redenen kan selecteren. Zie ook Redencode instelling. |
Status stijl |
U kunt kiezen uit een aantal kleuren en stijlen (bijvoorbeeld vet of cursief) waarin de status moet worden weergegeven. |
Initiële status
Bij het aanmaken krijgt de projectresource de status die is ingesteld op de pagina Statusinstellingen, veld Projectresource.
Knoppen op de actiebalk
Via de knoppen op de actiebalk kunt u diverse acties uitvoeren. Onderstaand overzicht zal nog verder worden aangevuld.
Navigeren
![]() |
Documenten |
Aan een status kunt u een of meer documentsjablonen koppelen. Hierbij kunt u kiezen of een document moet worden aangemaakt of gecontroleerd. Klik op deze knop om dit in te stellen of aan te passen. Zie Documenten per status. |
![]() |
Verplichte velden |
Aan een status kunt u verplichte velden koppelen. Klik op deze knop om deze in te stellen of aan te passen. Zie Status verplichte velden. |
![]() |
E-mailsjablonen |
Aan een status kunt u een of meer e-mailsjablonen koppelen. Klik op deze knop om deze in te stellen of aan te passen. Het is afhankelijk van de instellingen in het e-mailsjabloon hoe de e-mail wordt aangemaakt. Zie Status e-mailsjablonen. |
![]() |
Rollen | Het is mogelijk om in te stellen dat alleen medewerkers met een bepaalde rol een status mogen omzetten en/of gegevens mogen wijzigen. Klik op deze knop om deze rollen en de gewenste autorisatie in te stellen of te wijzigen. Zie Statusautorisatie. |
![]() |
Vertaling |
Via deze knop kunt u per status vertalingen toevoegen en beheren, die bijvoorbeeld getoond kunnen worden op de portal(s). Belangrijk: Om statussen te kunnen vertalen op de portals, moet u in de registratieset het statusveld (voor statuscodes) opnemen en niet het veld voor de statusomschrijving.
Als u een status selecteert en op de actiebalk op deze knop klikt, kunt u een of meer vertalingen voor die status vastleggen. In de eerste regel is automatisch de sleutel voor de status in het veld Sleutel ingevuld, namelijk 'Status_' met daarachter een cijfer, gevolgd door '_' en de statuscode. Voor bijvoorbeeld statuscode PR20 is de sleutel 'Status_7_PR20'. Zie ook Vertalingen. Opmerking: Welke talen op de portal kunnen worden gekozen is afhankelijk van de talen waarvoor een of meer vertaalregels aanwezig zijn in de vertaaltabel (de pagina Vertalingen) en van de ingestelde talen bij Languages in het veld Instellingwaarde in de sneltab Portaalinstellingen in het portaldomein. Zie ook Languages.
|
![]() |
Redencodes | Wilt u dat bij het bereiken van een bepaalde status wordt aangegeven waarom de status is bereikt, dan kunt u in het veld Redencode instelling van die status instellen dat een reden optioneel of verplicht is en vervolgens via deze knop een of meerdere redenen instellen. Wanneer een gebruiker een status selecteert waarin de waarde Optioneel of Verplicht is ingesteld, opent een pagina waarin de gebruiker een van die ingestelde redenen kan selecteren. Zie ook Redencode instelling. |
Tip: Meer informatie over het navigeren in de gebruikersinterface vindt u in Werken met Business Central. Zie Pagina's en informatie zoeken met Vertel me voor meer informatie over het zoeken naar pagina's, acties en rapporten.
Zie ook