Sneltab Algemeen
Deze sneltab bevat een aantal belangrijke gegevens van de opportunity.
Algemeen

Toont het nummer van de opportunity. Als een nummerreeks voor opportunities is ingesteld (in het veld Opportunitynrs. op de pagina Flex nr.-reeks instellingen), krijgt elke nieuwe opportunity automatisch het volgende nummer uit de reeks toegekend. Zie ook Pagina FLEX nr.-reeks instellingen.

Als op de opportunity een bedrijf is gevuld en op de contactkaart van dat bedrijf is het veld Bedrijfseenheid gevuld, dan wordt die bedrijfseenheid automatisch overgenomen op de opportunitykaart. U kunt de bedrijfseenheid dan ook niet meer wijzigen, behalve als u de bedrijfseenheid op het contact wijzigt. Wijzigt u het bedrijf op de opportunity, dan wordt de bedrijfseenheid automatisch aangepast op basis van de bedrijfseenheid van het nieuw geselecteerde bedrijf.
Is op de contactkaart geen bedrijfseenheid ingevuld, dan kunt u de bedrijfseenheid op de gekoppelde opportunity wel wijzigen (als er meerdere bedrijfseenheden actief zijn).
Wijzigt u de bedrijfseenheid op een opportunity terwijl er al een functiegroep was geselecteerd en is die functiegroep niet van toepassing voor de nieuw geselecteerde bedrijfseenheid, dan wordt het veld Functiegroep automatisch leeggemaakt.
Zie ook

Geef een omschrijving van de opportunity. De omschrijving mag maximaal 100 karakters bevatten.

Zie Veld Soort

Vul de datum in waarop de opportunity is binnengekomen.

Vul de vervaldatum van de opportunity in.

Dit veld bevat de code van de medewerker die de opportunity heeft aangemaakt. U kunt dit niet wijzigen.
Bedrijf

Selecteer het bedrijf waar de opportunity zich voordoet.

Toont de naam van het bedrijf dat bij het ingevoerde bedrijfsnummer hoort.

In dit veld kunt u een contactpersoon selecteren. Klik daarvoor in het veld op .
U hebt standaard de keuze uit de contactpersonen van het geselecteerde bedrijf en de gerelateerde bedrijven. Het is ook mogelijk om een andere contactpersoon te kiezen, die dus niet aan het geselecteerde bedrijf en de gerelateerde bedrijven gekoppeld is. Kies daarvoor op de actiebalk onder Acties voor Filter > Alle contacten, zodat u alle contacten ziet. Als Acties niet zichtbaar is op de actiebalk, moet u eerst op Meer opties klikken. Vervolgens kunt u de gewenste contactpersoon zoeken en selecteren.
Hoewel de pagina zowel bedrijven als contactpersonen toont, kunt u alleen contactpersonen selecteren.

Als u werkt met een bedrijfsstructuur (hiërarchie in de contacten) toont dit veld de bovenliggende niveaus en het bedrijf zelf.

Toont de plaats waar het bedrijf gevestigd is.
Als op de opportunity het veld Bedrijfsnr. wordt gevuld, wordt automatisch de plaats overgenomen van het contactbedrijf. Is voor de opportunity een andere plaats van toepassing, pas dit dan aan. De plaats op de contactkaart blijft ongewijzigd.

Toont de regio waar het bedrijf gevestigd is of de regio die bij het geselecteerde contact hoort. U kunt dit handmatig aanpassen.
Zie ook Pagina Regio's.
Beheer

Het veld Status toont de status van de opportunity.
Bij het aanmaken van een opportunity krijgt het record de initiële status die is ingesteld op de pagina Statusinstellingen. Zie ook Pagina Statusinstellingen.
Status wijzigen
Afhankelijk van de instellingen voor uw bedrijf:
- kunt u zelf een andere status kiezen. Welke status(sen) u daarbij kunt kiezen, is afhankelijk van de inrichting op de pagina Opportunitystatus. Zie ook Opportunitystatus.
- wordt de status automatisch aangepast wanneer u bepaalde handelingen uitvoert.
Het is mogelijk om terug te gaan naar een vorige status. Welke status(sen) u daarbij kunt kiezen, is ook afhankelijk van de instellingen op de pagina Opportunitystatus.
Kies een volgende status door op de actiebalk op te knop Volgende status te klikken. Via de knop Vorige status kiest u een vorige status.
De knoppen Volgende status en Vorige status zijn gecombineerd in een zgn. 'splitsknop'. Standaard is Volgende status zichtbaar. Is er geen volgende status en zijn er wel vorige statusopties, dan is Vorige status zichtbaar. Zijn er geen volgende en vorige statusopties, dan zijn de knoppen niet actief.
Directe statusomzetting of pagina met keuzeopties
Is er maar 1 mogelijke volgende status en klikt u op Volgende status (of drukt u op Ctrl+F9), dan wordt de status direct omgezet. Zijn er meerdere statussen mogelijk, dan opent een pagina met de keuzeopties.
Is er maar 1 mogelijke vorige status en klikt u op Vorige status (of drukt u op Ctrl+Shift+F9), dan wordt de status direct omgezet. Zijn er meerdere statussen mogelijk, dan opent een pagina met de keuzeopties.
U kunt ook op de waarde van het veld Status klikken als u de status wilt wijzigen. In dat geval toont de pagina zowel alle volgende als vorige statusopties die u vanuit de huidige status kunt kiezen.
Statusnotificatie
Als de status wordt omgezet, komt boven aan de pagina een notificatie te staan: "De status is omgezet naar [statuscode en statusomschrijving]". Het is mogelijk om deze notificaties uit te schakelen of onder voorwaarden te tonen. Open daarvoor de pagina Mijn berichten en pas de regel Informeer de gebruiker over statuswijzigingen aan. Via het filterveld Soort kunt u bijvoorbeeld instellen dat de notificatie alleen op bepaalde entiteiten getoond moet worden.
Modelleerbare actie
Het is mogelijk om een of meer modelleerbare acties in te richten om de status automatisch te wijzigen (via de functie STATUSCHANGE). Zie ook Pagina Modelleerbare actie en Automatisch status omzetten (STATUSCHANGE).
Verplichte velden/documenten
Het is mogelijk om in te richten dat voor een status bepaalde velden verplicht zijn of dat bepaalde documenten gekoppeld moeten zijn. In dat geval kunt u de status pas omzetten als die gegevens gevuld zijn.
Aanmaak aanvraag bij statuswijziging
Als een opportunity een status krijgt waarin de optie Aanvraag aanmaken is aangevinkt, wordt automatisch een nieuwe aanvraag aangemaakt met dezelfde gegevens als de opportunity. Tevens krijgt u de vraag of u de nieuwe aanvraag wilt openen. Op de opportunity staat het nummer van de aanvraag in het veld Aanvraagnr. ingevuld.
Zie ook Veld Aanvraagnr..

Bij het aanmaken van de opportunity wordt de vestiging automatisch gevuld, afhankelijk van de instelling in het veld Bepaal vestiging aan de hand van op de pagina Zoekactie/Aanvraag/Opportunity-instellingen.
U kunt de vestiging indien nodig handmatig wijzen.

Het label van dit veld is instelbaar op de pagina Zoekactie/Aanvraag/Opportunity instellingen in het veld Label medewerker 1 Opportunity.
Wanneer daar niets is ingevuld, is het standaardlabel Medewerker.
Dit veld wordt automatisch gevuld als op de pagina Zoekactie/Aanvraag/Opportunity-instellingen een optie is geselecteerd in het veld Bepaal medewerker 1 Opportunity aan de hand van. Zie ook Veld Bepaal medewerker 1 Opportunity aan de hand van.
U kunt de medewerker desgewenst handmatig wijzigen. Als u in het veld begint met het invoeren van de naam (of medewerkercode), toont de keuzelijst de bijbehorende mogelijkheden.
Zie ook
Zoekactie/Aanvraag/Opportunity-instellingen

Toont de datum waarop de opportunity is aangemaakt.

Toont de datum waarop de opportunity voor het laatst gewijzigd is.

Vul in dit veld de te verwachten slagingskans (%) in.
Als een opportunity een status krijgt waarin een slagingskans is ingesteld, wordt deze automatisch ingevuld. Zie ook Opportunitystatus.

Vul de geschatte omzet van de opportunity in.

Toont de datum waarop de laatste interactie betreffende de opportunity is aangemaakt. Als u op de datum klikt, opent de interactie.

Als vanuit de opportunity een aanvraag is aangemaakt, staat het nummer van deze aanvraag in het veld Aanvraagnr. De aanvraag wordt aangemaakt als:
- de opportunity een status krijgt waarin de optie Aanvraag aanmaken is aangevinkt.
- u op de actiebalk onder Acties op de knop Kopiëren naar aanvraag klikt.
Als u op het aanvraagnummer klikt, opent u de aanvraagkaart.
Zie ook
Overige velden (standaard niet zichtbaar)
Onderstaande velden staan niet standaard op de kaart, maar kunnen worden toegevoegd. Zie ook Microsoft Learn: Uw werkruimte personaliseren.

Selecteer de arbo en veiligheidschecklist die van toepassing is.

Toont de omschrijving van het geselecteerde Arbo- en veiligheidsprofiel.

Het veld Functiegroep kan alleen worden gevuld als het veld Bedrijfseenheid is gevuld.
U kunt alleen functiegroepen selecteren die van toepassing zijn voor de geselecteerde bedrijfseenheid.
Zijn aan de functiegroep een of meer standaardkenmerken gekoppeld, dan worden deze automatisch overgenomen in de sneltab Kenmerken. U kunt ze vervolgens gebruiken in het matchingsproces.
Wijzigt u de bedrijfseenheid terwijl er al een functiegroep was geselecteerd en is die functiegroep niet van toepassing voor de nieuw geselecteerde bedrijfseenheid, dan wordt het veld Functiegroep automatisch leeggemaakt.
Wijzigt u de functie terwijl er al een functiegroep is geselecteerd en kiest u een functie waar de geselecteerde functiegroep niet aan gekoppeld is, dan wordt het veld Functiegroep of gevuld vanuit de nieuwe functie (alleen als aan de functie maar 1 functiegroep is gekoppeld) of leeggemaakt.
Zie ook

Het label van dit veld is instelbaar op de pagina Zoekactie/Aanvraag/Opportunity instellingen in het veld Label medewerker 2 Opportunity. Wanneer daar niets is ingevuld, is het standaardlabel Medewerker 2.
Dit veld wordt automatisch gevuld als op de pagina Zoekactie/Aanvraag/Opportunity instellingen een optie is geselecteerd in het veld Bepaal medewerker 2 Opportunity aan de hand van.
U kunt de medewerker desgewenst handmatig wijzigen. Als u in het veld begint met het invoeren van de naam (of medewerkercode), toont de keuzelijst de bijbehorende mogelijkheden.
Zie ook
Zoekactie/Aanvraag/Opportunity-instellingen
Veld Label medewerker 2 Opportunity

Het label van dit veld is instelbaar op de pagina Zoekactie/Aanvraag/Opportunity instellingen in het veld Label medewerker 3 Opportunity. Wanneer daar niets is ingevuld, is het standaardlabel Medewerker 4.
Dit veld wordt automatisch gevuld als op de pagina Zoekactie/Aanvraag/Opportunity instellingen een optie is geselecteerd in het veld Bepaal medewerker 3 Opportunity aan de hand van.
U kunt de medewerker desgewenst handmatig wijzigen. Als u in het veld begint met het invoeren van de naam (of medewerkercode), toont de keuzelijst de bijbehorende mogelijkheden.
Zie ook
Zoekactie/Aanvraag/Opportunity-instellingen
Veld Label medewerker 3 Opportunity

Het label van dit veld is instelbaar op de pagina Zoekactie/Aanvraag/Opportunity instellingen in het veld Label medewerker 4 Opportunity. Wanneer daar niets is ingevuld, is het standaardlabel Medewerker 4.
Dit veld wordt automatisch gevuld als op de pagina Zoekactie/Aanvraag/Opportunity instellingen een optie is geselecteerd in het veld Bepaal medewerker 4 Opportunity aan de hand van.
U kunt de medewerker desgewenst handmatig wijzigen. Als u in het veld begint met het invoeren van de naam (of medewerkercode), toont de keuzelijst de bijbehorende mogelijkheden.
Zie ook
Zoekactie/Aanvraag/Opportunity-instellingen
Veld Label medewerker 4 Opportunity

In dit veld kunt u in tekst aangeven op welke periode de opportunity betrekking heeft.

Vul de startdatum van de opportunity in of geef aan vanaf wanneer personeel benodigd is.

Vul de einddatum van de opportunity in of geef aan tot wanneer personeel benodigd is.

Selecteer de prioriteit die van toepassing is.
U kunt prioriteiten toevoegen en beheren op de pagina Zoekactie-/Aanvraagprioriteiten, als u daar rechten voor hebt.
Zie ook Zoekactie-/Aanvraagprioriteiten.

In het veld Werkervaringsfunctie kunt u een functie uit een lijst met functiekenmerken kiezen.
Een werkervaringsfunctie selecteren
Klik in het veld Werkervaringsfunctie op . De pagina Kenmerkdefinitie opent met een overzicht van alle mogelijke werkervaringsfuncties of werkervaringkenmerken. Aan een kenmerk kunnen meerdere niveaus zijn gekoppeld die u kunt in- en uitklappen (kenmerkenboom).
Opmerking: U kunt alleen werkervaringfuncties kiezen als hiervoor het volgende is ingericht:
-
op de pagina Kenmerkdefinities moet op het hoogste niveau een kenmerk voor werkervaring zijn ingesteld met daaronder alle keuzemogelijkheden, op een of meer niveaus.
-
op de pagina Kenmerkinstellingen moet in het veld Kenmerk (in de sneltab Systeemkenmerken onder het kopje Ervaring) het kenmerk voor werkervaring zijn ingesteld dat op de pagina Kenmerkdefinities op het hoogste niveau staat.
Klap de kenmerkenboom open en selecteer de functie die van toepassing is.
Verplichte en/of optionele kenmerken voor werkervaring
Als in de sneltab Kenmerken bij Vereiste kenmerken of Optionele kenmerken het kenmerk voor werkervaring aanwezig is en u vult het veld Werkervaringsfunctie, dan wordt de waarde bij het kenmerk voor werkervaring automatisch gevuld met de werkervaringsfunctie.
Zie ook
Flexibele velden
Het is mogelijk om 25 flexibele velden op te nemen. Om dat in te richten kiest u daartoe op de pagina Flexibel veld instellingen het object Opportunity. Zie ook Flexibele velden inrichten.
Overige velden (niet op de kaart te plaatsen)

Heeft de resource een status waarin de optie Historie is aangevinkt, dan staat in dit veld de waarde Ja ingevuld. Is dat niet het geval, dan staat Nee ingevuld.
Zie ook
Tip: Meer informatie over het navigeren in de gebruikersinterface vindt u in Werken met Business Central. Zie Pagina's en informatie zoeken met Vertel me voor meer informatie over het zoeken naar pagina's, acties en rapporten.
Zie ook