Sneltab Loonregels

Bevat een van de volgende waarden:

• Tijdvakloon als er tegen het normale tarief belasting moet worden afgedragen.
• Bijzonder loon als er tegen de bijzondere belastingtarieven moet worden afgerekend.
• Netto als de looncomponent belastingvrij verstrekt/ingehouden moet worden.
• leeg als bovenstaande opties niet van toepassing zijn.

Zie ook Veld Splits loonsoort.

Geeft voor loonberekeningen (vanaf 2023) aan welke premiesoort van toepassing is voor de WW (AWf) en het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof).

In loonberekeningen tot 2023 wordt alleen de AWf-premiesoort getoond.

AWf

Aof

 

AWf

Sinds 2020 is de af te dragen WW-premie afhankelijk van de aard en omvang van het arbeidscontract. Er zijn 2 premies, een lage en een hoge. Voor werknemers met een vaste arbeidsovereenkomst niet zijnde een oproepovereenkomst geldt de lage premie en voor de anderen de hoge premie, op enkele uitzonderingen na. De lage premie bedraagt vanaf 1 januari 2025 2,64 procent en de hoge 7,64 procent (net als in 2024 en 2023).

Het veld Premiesoort geeft bij looncomponent PRE_AWF een van de volgende waarden aan:

• Hoog: de hoge premie is toegepast.
• Laag: de lage premie is toegepast. Voor het toepassen van de lage premie gelden 3 voorwaarden, de contractindicaties. Zie Loonberekening contractindicaties.
  
De AWf-premie wordt bepaald op:
• de eerste datum van het aangiftetijdvak, of
• de datum waarop de IKV start, als dat later is.
• Herzien: er zijn 2 situaties waarin met terugwerkende kracht de lage premie voor een werknemer moet worden herzien naar de hoge premie. Dat is het geval als:
  • de lage premie terecht wordt toegepast maar het contract van de werknemer binnen 2 maanden na aanvang van zijn/haar dienstbetrekking weer wordt beëindigd. In dat geval moet met terugwerkende kracht alsnog de hoge premie worden berekend. In deze situatie geeft het veld Premiesoort de waarde Herzien aan.

    Dit is alleen aan de orde als het contract van de resource 2 maanden of korter heeft geduurd. Aansluitende contracten die elkaar zonder onderbreking (dus ook niet een onderbreking van 1 dag) opvolgen, worden als 1 dienstbetrekking gezien. Duren die aansluitende contracten langer dan 2 maanden, dan wordt de premie niet herzien. Duren die aansluitende contracten precies 2 maanden of korter, dan wordt de premie wel herzien. Met contracthistorie wordt geen rekening gehouden, aangezien in de contracthistorie alleen een werkgeversgroep bekend is en geen bedrijfseenheid.

    Om de duur van een contract te bepalen, tellen we vanaf de startdatum het aantal maanden tot en met de einddatum. Als een contract op de eerste dag van de kalendermaand begint en de hele maand duurt, is dat 1 maand. Als een contract op de 15e van de kalendermaand begint, tellen we van de 15e tot en met de 14e van de daaropvolgende maand als 1 maand. Van 15 februari t/m 14 april is 2 maanden, enz.

    Opmerking: Deze manier van maanden tellen betekent dat een startdatum op 31 december en een einddatum op 28 (of 29) februari niet als 2 maanden worden gezien.

    Voorbeeld:
    Voorbeeld 1
    Datum in dienst: 14 augustus
    Laatste dag in dienst: 13 oktober
    De duur is precies 2 maanden, dus de premie wordt herzien.
    
    Voorbeeld 2
    Datum in dienst 28 februari
    Laatste dag in dienst: 28 april
    De duur is 2 maanden plus een dag, dus de premie wordt niet herzien.

    
    
  • een werknemer met een gemiddeld overeengekomen arbeidsomvang van 30 uur of minder per week, in een kalenderjaar meer dan 30% meer uren verloond krijgt dan in zijn arbeidsovereenkomst is vastgelegd voor dat jaar. Tot 2025 gold een arbeidsomvang van minder dan 35 uur per week. Zie ook Rapport AWf 30% herziening.
• Uitkering: als (vanaf 2023) op de loonberekening een inkomstenverhouding van soort ZW-uitkering van toepassing is. Dit is omdat de loonaangifte (vanaf 2023) in deze gevallen de berekende aanwas premieloon en AWf-premie moeten worden aangegeven in rubrieken voor 'AWf uitkering'.

 

Zie ook

Loonberekening contractindicaties

Contracthistorie

Pagina Aangifte loonheffingen collectiviteit

Sneltab Werknemersgegevens

Pagina Inkomstenverhoudingen

 

Aof

Het premiepercentage van het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) wordt gedifferentieerd naar een lage premie voor kleine werkgevers en een hoge premie voor (middel)grote werkgevers. Een werkgever wordt als klein aangemerkt als de premieloonsom van de werkgever maximaal 25 maal het gemiddelde premieloon per werknemer per jaar bedraagt.

In loonberekeningen (vanaf loonjaar 2022) wordt op looncomponent PRE_AOF de hoge premie toegepast, tenzij:

• de optie Kleine werkgever is aangevinkt, én

• het geen inkomstenverhouding voor een uitkering werknemersverzekeringen betreft (vooralsnog alleen ZW- of WAZO-uitkering)

In dat geval wordt de lage premie toegepast.

Het veld Premiesoort geeft bij looncomponent PRE_AOF een van de volgende waarden aan:

• Hoog: de hoge premie is toegepast

• Laag: de lage premie is toegepast

• Uitkering: betreft een inkomstenverhouding voor een uitkering werknemersverzekeringen (vooralsnog alleen ZW- of WAZO-uitkering)

 

Zie ook

Pagina Administratieve eenheid Loonjaarinstellingen

Pagina Aangifte loonheffingen collectiviteit

Sneltab Werknemersgegevens

Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof)

Dit veld is van belang voor vakantiedagen van resources die een contract hebben met een fase waarin de optie Vast loon niet is ingeschakeld. In MSF wordt het saldo aan vakantiedagen (wettelijk en bovenwettelijk) sinds 2019 per jaar bijgehouden (via de looncomponenten RES_VD_SALDO_W en RES_VD_SALDO_BW). Na een jaarovergang wordt het saldo van het oude jaar vastgehouden en ontstaat een nieuw saldo in het nieuwe jaar. Dit veld geeft aan op welk jaar het saldo betrekking heeft.

Wanneer vakantiedagen opgenomen worden in het nieuwe jaar wordt dat eerst in mindering gebracht op het saldo van het oude jaar. En dan eerst het wettelijke (oude en dan nieuwe jaar), daarna het bovenwettelijke saldo (oude en dan nieuwe jaar).

Het jaar is ook van belang voor het vervallen van vakantiedagen. Zie ook Vervallen van (boven)wettelijke vakantiedagen (inrichting voor verloning op uurbasis).

Zijn in de looncomponent percentages per loongroep ingesteld, dan wordt automatisch de loongroep overgenomen die op de projectresourcekaart is ingesteld en het bijbehorende percentage toegepast.

 

Zie ook

Looncomponentpercentages

Veld Loongroep

Toont welke pensioenregeling van toepassing is voor de resource.

Dit veld is niet meer van toepassing in loonberekeningen vanaf 2020.